Steeds meer zorgmedewerkers krijgen met een burn-out te maken of hebben een collega met een burn-out. Je hoort het helaas veel en steeds meer mensen durven hier voor uit te komen. Maar heb je wel eens gehoord van een bore-out? Beiden kunnen leiden tot ‘door-out’, dus opletten geblazen. Wat je in elk geval niet moet doen is in je eentje doormodderen.

Vermoeid en lusteloos aan de dag beginnen. Prikkelbaar reageren op collega’s en cliënten. Je bevlogenheid voor de zorg kwijt zijn. Herkenbaar? Het merendeel van de zorgmedewerkers heeft klachten die bij een burn-out passen. Zo blijkt uit de uitslagen van de Monitor Gezond werken in de zorg van IZZ. De mensen met een (dreigende) burn-out zijn aan het eind van hun latijn, ‘lopen hun poten uit hun lijf’, zijn nooit klaar, zijn perfectionistisch en kunnen moeilijk ‘nee’ zeggen. In de zorg loop je helaas extra risico op een burn-out.

Wat is typerend voor een burn-out?

Typerend voor een burn-out zijn:

  • extreme vermoeidheid;
  • spanningsklachten;
  • moedeloosheid;
  • concentratieproblemen;
  • slapeloosheid;
  • verminderde controle over je emoties en gedachten;
  • je neemt mentaal afstand van je werk;
  • je reageert knorrig en weinig betrokken / je “gooit de luiken dicht”.

Dit doe je allemaal om verdere uitputting te voorkomen. Helpen doet dit echter niet. Twijfel je of jij een (dreigende) burn-out hebt? Ga dan na wanneer de klachten ontstonden. Was je altijd happy op je werk, maar ging het bijvoorbeeld mis na een verandering, zoals een frustrerende reorganisatie?

Een burn-out herkennen is soms lastig. Want de genoemde symptomen kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals depressie of overgang. Soms wordt burn-out zelfs verward met een depressie. Schijn bedriegt, want dit is heel wat anders. Kenmerkend voor een depressie zijn sterke stemmingswisselingen, somberheid en een negatief zelfbeeld, met een onduidelijke oorzaak. Terwijl de hoofdoorzaak van een burn-out je werk is. Wees alert als er structureel te veel werk op je bord ligt Voorkomen is beter dan genezen. Wees dus alert als er structureel te veel werk op je bord ligt. Want dit is de belangrijkste oorzaak van een burn-out. Je rent van bed naar computer en terug, maar aan het eind van je dienst is de to-do lijst geen millimeter korter. Daarnaast is emotionele werkdruk een andere belangrijke oorzaak. Maak je veel heftigs mee op de werkvloer, pas dan goed op jezelf. Als je dan veel alleen moet opknappen en geen goede begeleiding krijgt, heb je vergrote kans op een burn-out. Lees hier welke stappen je kunt nemen bij een (dreigende) burn-out.
Voorkomen is beter dan genezen. Wees dus alert als er structureel te veel werk op je bord ligt. Want dit is de belangrijkste oorzaak van een burn-out. Je rent van bed naar computer en terug, maar aan het eind van je dienst is de to-do- lijst geen millimeter korter. Daarnaast is emotionele werkdruk een andere belangrijke oorzaak. Maak je veel heftigs mee op de werkvloer, pas dan goed op jezelf. Als je dan veel alleen moet opknappen en geen goede begeleiding krijgt, heb je vergrote kans op een burn-out.

Burn-out-klachten kunnen ervoor zorgen dat je minder goed werk levert, je ziek meldt, minder gaat werken of zelfs ontslag neemt (‘door-out’).

Wat kun je doen als je uitgeput raakt?

  • Praat er allereerst over in je team, misschien ervaren je collega’s hetzelfde of kunnen ze je helpen. Ideaal is om werkdruk als vast agendapunt op te nemen in het teamoverleg.
  • Is je takenpakket structureel te groot, ga dan tijdig in gesprek met je leidinggevende.
  • Kun je je taken afbakenen? Heb je last van emotionele werkdruk, check dan samen of er genoeg “hulpbronnen” tegenover staan, zoals een fijn team en een vangnet bij traumatische gebeurtenissen.
  • Twijfel je of je klachten door een burn-out komen? Of wil je om andere redenen niet op je werk om hulp vragen? Ga dan naar de huisarts. Soms helpt een gesprek met de praktijkondersteuner al om een en ander op een rijtje te zetten.
  • Mindfulness, yoga of een assertiviteitscursus kunnen je ook helpen.
  • Maar let op: als er op het werk niets verandert, blijft de kans op een terugval aanwezig.
  • Heb je behoefte aan meer gesprekken of andere hulp, regel die dan via je werk. Daar is je werkgever verantwoordelijk voor.
  • Meld je bij de bedrijfsarts (een anoniem consult is mogelijk). Het voordeel van deze route is dat de bedrijfsarts in gesprek kan met je werkgever om de oorzaak van de burn-out aan te pakken. En op het werk ligt de sleutel tot de oplossing. De bedrijfsarts is de specialist op het gebied van gezondheid in relatie tot werk. In vergelijking met een huisarts zit een bedrijfsarts dichter bij het vuur. Indien nodig kun je via de bedrijfsarts snel bij specialistische hulp terecht, vaak sneller dan via een huisarts. Maar als jij het fijner vindt om eerst naar de huisarts te gaan, moet je dat zeker doen. Doe wat jij het prettigst vindt.
  • Het gaat erom dat je goed luistert naar je lichaam en daar iets mee doet voordat het te laat is. Je kunt uiteindelijk alleen goed voor een ander zorgen, als je eerst goed voor jezelf zorgt.

Lang niet alle zorgmedewerkers met burn-out klachten praten erover. Een op de tien zegt niets. Zij schamen zich, vinden geen luisterend oor of denken dat het vanzelf overgaat. Wie de symptomen wel bespreekt, doet dat meestal thuis. Op het werk praat 43% met collega’s en 26% (daarnaast) met de leiding gevende. Dat is natuurlijk veel te weinig. Doorbreek het taboe, want je kunt het probleem alleen oplossen waar het is begonnen: op het werk. Práát met die collega die altijd moe en lichtgeraakt is. Loop je zelf op je tenen? Plan een gesprek met je leidinggevende.

Verlies je grenzen niet uit het oog

Wie aan een burn-out denkt, denkt aan een te hoge werkdruk als belangrijke oorzaak. In de praktijk blijkt dit inderdaad vaak een van de oorzaken te zijn. In de zorg is dit niet veel anders. Door het hoge aantal openstaande vacatures blijft de druk in de zorg alleen maar toenemen. Je hebt voor de zorg gekozen omdat je graag iets voor andere mensen wilt betekenen. Met die gedachte in het achterhoofd neem je al sneller extra diensten aan om de gaten op te vullen. Je kunt dan je eigen grenzen uit het oog verliezen.
Wanneer de druk hoger is dan normaal, laat je jouw hobby’s of sociale activiteiten vaak als eerste achterwege. Dit een gevaarlijke beslissing voor je eigen welzijn. Als je jezelf de leuke dingen ontzegt, is dit het begin van het einde. Toch maar niet sporten of even die vriendin afzeggen omdat je te druk met je werk bent. Die leuke dingen zijn juist jouw energieopladers. Die moet je koesteren in tijden dat je het heel druk hebt. Vergelijk het met een smartphone. Met een half opgeladen batterij houd je het ook geen hele week vol. Waar laadt jij van op?
Sta wat vaker stil bij jezelf

Vraag jezelf regelmatig af of je op de goede plek zit en of dit werk goed bij jou past. Zo niet, dan kost alles relatief veel meer energie en breekt dat je op den duur op. Een mens kun je vergelijken met een machine die energie geeft, maar waar ook energie in moet. Neem die tijd om op jezelf te reflecteren, op wat bij jou past en maak daarin je keuzes. Bedenk ook dat de wereld niet vergaat als jij een keer voor jezelf kiest.

Bronnen:
– IZZ / Arboned
– Carrièretijger
– Testcentrum Groei
– Frouke Vermeulen